-
Type project
stedenbouw
-
Client
Gemeente Mol, Woonboog, Team Vlaams Bouwmeester
-
Periode
2023
-
In samenwerking met
MAARCH, CREATELLI & Dr, Mattias De Backer
De wijk Keirlandse Zillen in gemeente Mol, die bestaat uit de Bosveld en Kerkelanden, was toe aan een heropwaardering. Hiervoor zocht de gemeente ondersteuning bij het Team Vlaams Bouwmeester, door deel te nemen aan het Leefbuurten-project.
De slechte staat van de voetpaden en de oplopende onderhoudskost van haagmassieven gecombineerd met het gebrek aan integraal publieke karakter van het, nochtans veelvuldig aanwezige groen én de lage ecologische waarde van datzelfde groen, vormen de aanleiding tot deze opdracht.
De wijk had nood aan een grondige opwaardering waarbij we zeker rekening hebben houden met het sociale weefsel en de waardevolle stedenbouwkundige principes die zijn toegepast in de wijk.
Palimpsest
We vonden het belangrijk om de (stedenbouwkundige) principes waarmee Leo Verbist de wijk ontwierp en Rik Carlier het landschap op een hedendaagse manier te valoriseren. Hieronder beschreven we de historische fundamenten van de wijk.
De wijk is een voor zijn tijd vooruitstrevende wijk waarin op innovatieve wijze werd gezocht naar het realiseren van densiteit met laagbouw en van een kwalitatieve woonomgeving door wonen en autoverkeer zo goed mogelijk van elkaar scheiden zonder afbreuk te doen aan het, in die tijd, toenemend autogebruik en de nood aan autotoegankelijkheid van de woningen.
Het resultaat is een laagbouw parkwijk met experimentele woontypes, veel groen en een innovatief wijkcirculatiepatroon gebaseerd op het Radburnprincipe. Dit principe linkt de voorgevels aan groene (semi-)publieke ruimtes en koppelt de achtergevels aan de straten. De sterkte van het principe ligt in het splitsen van verkeersstromen, waarbij wandelaars zich veilig doorheen de wijk kunnen verplaatsen via een grote parkstructuur die minimaal wordt doorsneden door een straat.
Ook het landschapsontwerp wordt gekenmerkt door stijlfiguren uit de modernistische periode. De publieke ruimte werd opgemaakt op een zeer sobere en afgelijnde wijze, door middel van een combinatie van open gazons, haagmassieven en solitaire bomen.
Ondanks de sterke basisideeën waarbij de elementen voor een hoge woonkwaliteit intrinsiek aanwezig zijn, wordt dit op dit moment in de wijk helemaal niet zo ervaren. Het architectuurverhaal van toen blijkt achterhaald en/of slecht toegepast. Het vraagt om een update.
Zo doorkruist de autoontsluiting de publieke ruimte en versnijdt ze haar tot kleinere fragmenten in plaats van te werken met twee onafhankelijke systemen (auto – publieke ruimte) zoals Radburn voorziet. Deze publieke ruimte werd vervolgens ook nog eens ingevuld enorme hoeveelheden haagmassieven, waardoor er weinig open gazon en dus beperkte bruikbare ruimte overbleef. Ook het beheer en onderhoud van het oorspronkelijke (hagen)landschap en de ‘kolonisatie en alteratie’ van de architectuur en haar onmiddellijke omgeving blijken vandaag enorme uitdagingen. Daarnaast stimuleert de op papier genereuze ruimte zo goed als geen enkele vorm van ontmoeting.
Dit is zeker geen pleidooi voor een reconstructie van de historische situatie. Het is echter wel een pleidooi om, uitgaande van de uitdagingen van vandaag, de bestaande basisstructuur/palimpsest te verrijken met nieuwe elementen, een nieuwe betekenisvolle laag toe te voegen en zo de Keirlandse Zillen als leefbuurt klaar te stomen voor de toekomst.